Print Voeg bladwijzer toe

Wolfardus (Wulfard) (Wolfart) van de Maelstede (WOLFERD VAN KRUININGEN)

Mannelijk ca. 1200 - na 1269  (~ 70 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Wolfardus (Wulfard) (Wolfart) van de Maelstede (WOLFERD VAN KRUININGEN) 
    Geboorte ca. 1200  Maelstede , Kuurne , West-Vlaanderen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden na 1269  Hulst Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I002690  pijlmansamen | King Cedriv of Wessex rond 1500 naar Koolbergen via van Gogh, Direct verwantschap met Karel de Grote. Via Koolbergen
    Laatst gewijzigd op 18 aug 2019 

    Vader Wulfard (Wolfart van Kruiningen) van Maelstede,   geb. ca. 1160, Hulst Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. na 1269, Maelstede , Kuurne , West-Vlaanderen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 110 jaar) 
    Moeder Oda van Pumbeke de Oude,   geb. ca. 1163, Clinge, Hulst, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Aantekeningen 
    • Relaties en kinderen
      Gehuwd met sosa ODA DE OUDE VAN PUMBEKE ca 1163 (Ouders : sosa JORDAAN VAN BEVEREN ca 1130-ca 1179 & sosa BADELOGA VAN VOORNE ca 1130) en hun kinderen
      V sosa BELA VAN MAELSTEDE ca 1194-ca 1240 Gehuwd circa 1213, Hulst, 5679, , Zeeland, Nederland, met sosa WOUTER I VAN KRUININGEN 1190-1233
      M sosa WULFARD I VAN MAELSTEDE ca 1200-1269/ Gehuwd met sosa ADELE VAN ZOMERGEM ca 1220-ca 1298
      WULFARD I VAN MAELSTEDE ca 1200-1269/ Gehuwd met Nn DE WITTE
      V sosa YMAINA VAN MAELSTEDE Gehuwd met sosa WOUTER IV BERTHOUT VAN DUFFEL ca 1190-ca 1243
      https://gw.geneanet.org/u649578?lang=nl&iz=461&p=wolferd&n=van+maelstede
    Gezins-ID F1478807595  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin 1 Adele van Zomergem,   geb. ca. 1220, Zomergem, 9930, , Oost-Vlaanderen, België Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. ca. 1298 (Leeftijd ~ 78 jaar) 
    Aantekeningen 
    Laatst gewijzigd op 18 aug 2019 
    Gezins-ID F1478807593  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin 2 N.N. De Witte 
    Kinderen 
    +1. Ridder Gerard van de Maelstede,   geb. ca. 1235   ovl. na 1282 (Leeftijd ~ 48 jaar)
    Laatst gewijzigd op 18 aug 2019 
    Gezins-ID F1478807596  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGeboorte - ca. 1200 - Maelstede , Kuurne , West-Vlaanderen Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsOverlijden - na 1269 - Hulst Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 

  • Aantekeningen 
    • Heer Wolfart heer van Maelstede, het eerst bekende lid van zijn geslacht, komt in 1222 het eerst voor in stukken betreffende de abdij Duins (Oork. Holl. I, no. 278 en De Frem. no. 50, vgl. no. 53); in 1232 is hij getuige bij een oorkonde ten voordeele der abdij Ter Does (Oork. Holl. I, no. 341) en uit boven afgedrukt stuk blijkt dat hij deze abdij welgezind bleef; onze stukken IV en VI doen hem nog in nadere betrekking met Duins kennen. In 1243 was hij getuige van den Graaf van Holland (Oork. Holl. I, no. 397) en in 1246 en 1248 gaf hij achtereenvolgens 25 en 15 gemeten aan het klooster Jeruzalem op Zuid-Beveland (Oork. Holl. I, nos 420 en 462; vgl II, no. 45 en Bijdr. Hist Gen. XXXIII, bl. 99). In 1248 deed hij ten bate van het kapittel van Oud-Munster te Utrecht afstand van de rechten, die hij zich had aangematigd op het patronaat over de kerk te Hulst (Brom, Lijst van Oorkonden, no. 1081, vgl. no. 1346). Eindelijk in 1248 doet hij de Gravin van Vlaanderen hulde wegens de van haar gehouden leenen (Oork. Holl. I, no. 470). Sedert 1246 komt zijn zoon Gerardus herhaaldelijk met hem voor.
      Over de schouten in Zeeland raadplege men het werk van prof. Dr. I.H. Gosses, De rechterlijke organisatie van Zeeland in de middeleeuwen (Gron. Den Haag, 1917), en vooral bl. 40 vlgg. en prof. mr. R. Fruin, Scabinium, in Tijdschr. voor Rechtsgesch. III (1922), bl. 30 vlgg., vooral over het dijkrecht; over die van Hulst zie men: L.A. Warnkönig, Flandrische Staatsund Rechtsgeschichte, Theil II, 2e Abth. (Tübingen, 1837), S. 142.
      https://dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/_bij005192601_01_0009.php
    • Wolfard, ridder, heer van Maelstede en schout van Hulst, doet afstand van alle rechten, welke hij op zekere goederen, aan de abdij Ter Does behoorende, bezit.
      Februari 1232.

      Googlevertaaling
      Ik Wlfardus, Ridder, eigenaar van Malstede en scouteta van Hulst, waarvan bekend is dat alle huidige en toekomstige, heden schrijven dat, terwijl sommige landen onder de plicht van Hulst die in het kader van een nieuwe, toegewijde en een deel van de zee is nog steeds bezet door de assemblage van Doesburg is acquisisset; en ik ben, of zij uit die landen, alsmede andere landen om hetzelfde kantoor, en het kijken naar het, als het ware scouteta mijn recht en het gedeelte van de vrij in het bezit was, en het land van de reeds genoemde kerk, zonder de toestemming van mijn mond, en met instemming van het intellect zou zich niet, ten slotte, van een louter verlangen naar mijn volste recht, titel en het eigendom van mijn naam, die door de kerk overgenomen, is voorafgegaan, op dat moment, en dat is op aarde, en ik moest het pand in de toekomst te verwerven, ik kon, heb ik in aalmoezen aan de genoemde kerk gegeven, en te allen tijde vrij zijn van alle vraag naar een erfenis. Bovendien, dat die landen, die behoren tot de bisdommen van de Hontenesse en Hosnesse, evenals degene die loopt vanaf de kant van de beek, en als voor degenen die naar de stad Hulst kwam, naar het westen tot aan de molen van Zant zijn opgenomen, zijn uitgezonderd van deze vorm van vrijheid. Als iemand echter, en in de toekomst voor de heerschappij van het recht van eigendom, om aan de behoeften te voldoen scoutete wordt erkend te behoren, wil wat geld af te persen uit de kerk, dit vaak gezegd, ik ben te goeder trouw, opdat ik het spel mijn alles calumnianti naar hetzelfde en de constante warandisiam



      zal ik doen met de vrijheid van de kerk, die is verleend. Om daarom dat deze gave worden door mij en van mijn kerken moet altijd stevig en onwankelbaar zijn, getuigt van de kracht van dit schrijven, zowel afdichting en de illustere man, mijn f telling van bevestigde. Mocco tweeëndertigste van actie in de maand februari.

      (Oorspr. perk. Archief abdij Ter Does, nu Groot Seminarie te Brugge, inv. no. 656. - Onuitgegeven.
      Met twee zegels aan uithangende staarten.
      I. Maelstede. - Een wapenzegel; figuur: een dwarsbalk, waarover een St. Andrieskruis.
      Rs.: SIGILLV [M DNI V] VLFARDI DE [ZELANDIA]
      II. Holland. - Ruiterzegel, zwaar beschadigd. Tegenz. Een schild met leeuw, alles op een arend. (Vgl. Kluit: Historia Critica, tabula XIII, no. 3)).
      https://dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/_bij005192601_01_0009.php

      bovenafgedrukte oorkonde gaf de heer van Maelstede, als schout van Hulst, de abdij vermeerdering van rechten, o.a. dat om hier bedijkingen te mogen doen. Zie voorts onze stukken nos. IV en VI.
    • LX.
      Wolfardus heer van Maelstede geeft aan het klooster Jeruzalem bij Biezelinge vijftien gemeten tienden.
      Juli 1248.
      https://dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/_bij005192601_01_0009.php

      Googlevertaaling
      Ik Wlfardus, Ridder, eigenaar van Malstede en scouteta van Hulst, waarvan bekend is dat alle huidige en toekomstige, heden schrijven dat, terwijl sommige landen onder de plicht van Hulst die in het kader van een nieuwe, toegewijde en een deel van de zee is nog steeds bezet door de assemblage van Doesburg is acquisisset; en ik ben, of zij uit die landen, alsmede andere landen om hetzelfde kantoor, en het kijken naar het, als het ware scouteta mijn recht en het gedeelte van de vrij in het bezit was, en het land van de reeds genoemde kerk, zonder de toestemming van mijn mond, en met instemming van het intellect zou zich niet, ten slotte, van een louter verlangen naar mijn volste recht, titel en het eigendom van mijn naam, die door de kerk overgenomen, is voorafgegaan, op dat moment, en dat is op aarde, en ik moest het pand in de toekomst te verwerven, ik kon, heb ik in aalmoezen aan de genoemde kerk gegeven, en te allen tijde vrij zijn van alle vraag naar een erfenis. Bovendien, dat die landen, die behoren tot de bisdommen van de Hontenesse en Hosnesse, evenals degene die loopt vanaf de kant van de beek, en als voor degenen die naar de stad Hulst kwam, naar het westen tot aan de molen van Zant zijn opgenomen, zijn uitgezonderd van deze vorm van vrijheid. Als iemand echter, en in de toekomst voor de heerschappij van het recht van eigendom, om aan de behoeften te voldoen scoutete wordt erkend te behoren, wil wat geld af te persen uit de kerk, dit vaak gezegd, ik ben te goeder trouw, opdat ik het spel mijn alles calumnianti naar hetzelfde en de constante warandisiam
    • Ik Wolfard, dan is de meester van de Malstede en scouteta van Hulst, inspecteert deze aanwezig brieven, bekend te maken aan alle landen, waarvan sommige, wanneer het zal de taak van de kerk van Ten Duinen acquisisset van Hulst, en in de Vrankendic in de Elfdic, ik tegen en viel, zal ik zeggen dat hij in de genoemde landen, alsmede op grond voor hun relatie dan op grond van zijn kantoor, dat hij een deel van de scoutetam was. Op het einde, echter, ging terug naar het hart (?) Van het goede, van de mannen van de raad van al hetgeen in de genoemde landen die ik had, of zou kunnen hebben, en de mensen die de genoemde kerk in de eerder genoemde plaatsen, dat wil Elfdic en Vrankendic zeggen, in de toekomst, in staat zal zijn te bereiken, of om de kerk als aalmoes aan elkaar te brengen en voor altijd, de abdij ' ik huilde. Theodoric, zijn broer, en Godfrey, de zoon van Walter de Cruninga, mei1 broer's zoon), en Peter, de zoon van William, mijn broer, en William de Sabbingha, haar man, mijn zus, Bertha en de dame, de zuster van mijn leven, ik heb gebracht op om hetzelfde te doen. Samen met hen, alle voornoemde in de aanwezigheid van een gerechtsdeurwaarder, in het bijzijn van mijn broeders van de Kerk en van de wethouders van Hulst werpivi hadden we in die landen die in de eerder genoemde plaatsen, melding maken van al datgene wat van de Elfdic bezit of in de toekomst in het heden, en vanuit de Vrankendic erven de onvergankelijke. Werpivi de graaf van Vlaanderen, en ook, ik ben in het bijzijn van de gravin, graaf van Holland, en in de aanwezigheid van de voornoemde recht van volgend verwant: en de plicht van ons kantoor. Ik heb ook gezien en van de hiervoor genoemde in de genoemde kerk van de vrienden van mijn Heer komt tot de injuriatores raad, en al die bezittingen die behoren tot ons rustig, doet het, wij zullen de meeste bereidwillig om te helpen: in ons hebben we bij inpensuri beloofd te goeder trouw, wanneer dan ook. Wij moeten ook op het tegendeel hebben verleend, het recht van alle voornoemde, dat de bovengenoemde mannen van de broeders, zowel de familieleden van die zij gebruikten vreemden niet vriendelijk, onze erfgenamen en opvolgers, die hem op te volgen, en onder de garandiendum de gevaren van de goede dingen op hetzelfde neer te komen om hen in de eeuwigheid, we hebben fit dachten dat het aangaan van een schuld, het minst van al haar. Hoe vaak is dat het per se het is geweest dat we moeten wenden tot ik zal zeggen tegen de flux en het verbod is in staat om ervoor te zorgen dat alle landen met ze in het kantoor van Hulst, op basis van de landen van de broeders van Ten Duinen zal de Dyke doen met zo veel goede en zo sterk, dat de ìhevins erkennen dat de landen van de genoemde broeders in staat zijn om zich veilig voelen, en u verlossen van alle gevaar en schade aan hun voort te zetten. En dat deze firma en de niet aflatende doorzettingsvermogen zal Wolfard seal presenteert seal, en ik Thcodoricus ik Godfrey zoon van Walter Cruninga en ik, Peter Williamson en ik William de Sabbinga vroeg de edele heer van Florence, graaf van Holland, om deze huidige verbinding voor we toegepast op de
      1)
      Leze mannen, mijn zus.
      [P. 186]
      getuigenis. MoCCoXXXIIIo van actie in de maand februari.

      (Oorspr. perk. Arch. abdij Duins, nu Groot Seminarie te Brugge, inv. no. 674. Gedrukt: Cr. no. 501. Een zegel over: dat van Godfr. van Cruiningen, zeer beschadigd; gelijk aan dat van no. 678: Jonkerzegel, te paard, met vogel op de hand. Rs.: SIGILLVM GODEFRIDI .. CRUNIGE.)
      Dit stuk komt ons voor van veel belang te zijn voor de kennis van ons oude dijkrecht.
      Het goed Vrankendic, waarover bij de vorige oorkonde reeds iets gezegd is, ging met het land van Saaftingen in de golven onder; Elfdic of (H)elvesdic is op Beekman's Kaart van Zeeland niet te vinden, maar lag, blijkens de oorkonden afgedrukt in Cr. nos 220 en 222, in de onmiddellijke nabijheid van Vrankendic. Het wordt in 1221 het eerst vermeld (Cr. nos 227 en 230).
      Zagen wij bij ons voorgaand stuk, dat de abdij Ter Does bij beide plaatsen bezittingen had, uit deze oorkonde blijkt nu, dat dit met de abdij Duins eveneens het geval was. Ook hierover zijn in het Groot Seminarie talrijke stukken voorhanden; zie o.a. hier no. XV.
      Bovenafgedrukte oorkonde is bovendien van belang voor de genealogie der oude heeren van Maelstede. Willelmus de Sabbingha (dit dorp ligt op het eiland Wolfaartsdijk) komt in geen andere oorkonde voor; wel een ouder lid van dit geslacht: Egidius in 1209 en 1213 (Oork. Holl. I, nos 221 en 237), een andere Egidius (Gilles) in 1259 (inv. no. 895). Latere leden van dit geslacht waren erfpachters van St. Pieter te Utrecht in Wolfaartsdijk (Versl. Rijksarch. 1924, I, bl. 51, no. 43).
      https://dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/_bij005192601_01_0009.php
    • 1239. Wulfard, ridder, heer van Maelstede en schout van Hulst, doet uitspraak in twisten, welke de abdij Duins over zekere goederen had.

      https://dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/_bij005192601_01_0009.php