Aantekeningen |
- De oorsprong en verandering van de naam Peselman -> Pijlman
Het is waarschijnlijk dat de oorsprong van de naam Peselman verband houdt met het grondgebied "Peselhorst" "Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend)" #1
De naam Peselman zal dus een verwijzing inhouden naar het gebied c.q. toponiem "Peselhorst".
In het oud-hoog-Duits staat "pesel" voor een afgescheiden stuk weiland of erf.
Binnen, in de boerderij, voor een afgescheiden ruimte of kamer voor de boerin om te spinnen of bezoek te ontvangen of voor een afgeschoten deel van de zolder voor graanopslag.#2
De gronden voor de omdoping van Peselman naar Pijlman zijn niet duidelijk. Het is mogelijk dat het in Aalsmeer verkeerd is verstaan of verkeerd is omgezet van bijvoorbeeld de oud-hoog-Duitse ß (dubbel s). Het lijkt onwaarschijnlijk dat het Duitse begrip Pesel via het Latijn of een andere taal is overgezet naar Pijlman.#2,#3.
Het is mogelijk dat de naam is veranderd als gevolg van fonologische assimilatie, waarbij de naam is veranderd om beter te passen bij de Nederlandse taal.
Er zijn verschillende theorieën mogelijk over hoe en waarom de naam is veranderd, maar er is (nog) geen overtuigend bewijs voor de reden of idee achter de omdoping naar Pijlman.
#1
VE. Peselmann, ca 1300 Pezellynckhorst, 1490 tor Peselhorst, ab 1589 Peseman.
Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze
zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend)
Die Renslager Bauern bezeichnen noch heute die ganze Hofes anlage, "up de Pehst!"
Pehst ist eine mit Weidengebüsch ...standene Wiese oder Weide.
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-004.pdf
#2
In oud-hoog-Duits rond 1700 had "pesel" de betekenis van "knippen of apart zetten"
https://de.wikipedia.org/wiki/Pesel
https://www.dwds.de/r/?corpus=dtak&q=Pesel
#3
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen
pijzel, pezel [graanzolder] {pi(j)zel [kleerkast] 1599; de betekenis ‘graanzolder’ 1865-1870} hoogduits Pesel [(in Noord-Duitsland) pronkkamer] < latijn pensilis [hangend, op bogen rustend (in de bouwkunde)], van pend?re (verl. deelw. pensum) [hangen] (vgl. pendel) + -(b)ilis [-baar].
https://etymologiebank.nl/trefwoord/pijzel
Versie 29-12-2022
- Vermeldingen naam Peselman in archiefstukken van 1300-1750 rond Bersenbrück (D)
https://www.boognet.eu/pijlmannen/buiten_wp/documenten/Peselman_Pohlsander.pdf
Uit http://arch.vortmes.nl/
- VE. Peselmann, ca 1300 Pezellynckhorst, 1490 tor Peselhorst, ab 1589 Peseman. Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend) Die Renslager Bauern bezeichnen noch heute die ganze Hofes anlage, "up de Pehst!" Pehst ist eine mit Weidengebüsch ...standene Wiese oder Weide.
[Een vreemd stuk land genaamd Peselhorst ... het land in, het is de grens tussen Menslage en Kettenkamp. (Reeds voor 1717 geen onderdeel van de boerderij) De Renslager-boeren noemen het hele boerderijcomplex vandaag de dag nog steeds "up de Pehst!" Pehst is een weide of wilg met wilgenstruiken.]
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-004.pdf
kaartje https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/3/3a/Bersenbr%C3%BCck_in_OS.svg
https://www.google.nl/maps/@52.6374876,7.8455431,17986m/data=!3m1!1e3
- Als Freibauer hatte er um das dritte Jahr an den Landesherrn ein Freirind zu liefern. Die
wiederholte Einfälle von Kriegshorden, besonders während des Spanisch-Holländischen
Krieges, der ab 1584 tobte, drückten neue Dienstforderungen durch den Landesherrn auf.
1585 wurde bestimmt, dass Ubbing ein Gespann stellen sollte, während Willerding und
Pesemann mit je einem Pferd und wechselnden Wagen für den Dienst zusammenspannen
sollten. Die betreffenden Freibauern liessen genau festlegen, dass ihre Verpflichtungen
niemals höher werden dürften, da sie auch niemals zuvor höher waren. Die Vereinbarung
lautet; "... nicht vakener jeden wagenn Denst in jaer to donende verhofft dann twe maill,
eyns by grase, und eyns by stroe bynnen Ambts, unde wenner se de Denste geleistet, och
nymals hoger beswerett sein, wie wy sie Menslagische freyenn vorgemeldet och nymals
hoger beswerett haben ...".
1625 Renslage, die Freien daselbst; Ubbing, Willerdingk und Peselman, 1½ Spann. Dienen im Jahre 2 mal und geben Dienstgeld.
Quelle; Landesherrliche Spann.- und Leibdienst 1625.
15.3.1642, Jorrien Ruwe in Lechterke, pro se uxore Maria, lib et haer., bekannte, Herman
Brörman und Trine, Eheleute, Kindern und Erben, 25 Rth. schuldig zu sein, die er vor 4
Jahren erhalten hat, jährlich auf Joannis Baptistae mit 1½ Rth. und 15 Pf. zu verzinsen, ¼
jahrliche Loese, sub Hypotheca omnium bonorum, praesentia et futura.
Testes; Gert Peselman und Gert Schnedeker, requisiti.
Rep.958. Nr.3. S.128. Hm. Meier Not.
1655, Erbe Peselman Bauerschaft Renslage, 4 Pferde, 2 Endter, 6 Kühe, 12 Rinder, 12
Schweine.
Noch, 1 Rind.
Leibzucht, 4 Kühe, 2 Rinder.
Viehsch. Reg. 1655. Dep.3b. I Fach 15. Nr.12. St.A.O.
__________________________________________________________________________
VE. Peselmann, ca 1300 Pezellynckhorst, 1490 tor Peselhorst, ab 1589 Peseman.
Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze
zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend)
Die Renslager Bauern bezeichnen noch heute die ganze Hofes anlage, "up de Pehst!"
Pehst ist eine mit Weidengebüsch ...standene Wiese oder Weide
o.a. http://arch.vortmes.nl/documents/copo-004.pdf
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-slingerland-penning/I3810.php
http://gw.geneanet.org/hellingman?lang=de;pz=raphael+gallo;nz=hellingman;ocz=17022004;p=samuel;n=peselman;oc=1657
Wernke Willerding, * ca 1664, ? 15.5.1700 Mnsl., 35 J., 4 J., zn.v. Wernke Willerding en
Helena Brandes, 1695, Trinke Hacker, * ca 1670, ? 8.9.1699 Mnsl., 29 J., 4 J., dr.v.
Johan Hacker en Lücke Peseman, Kind.;/ Helena Elisabeth, ~ 25.1.1697 Mnsl., ? 28.9.1698
Mnsl., 1 J./ Wernke, ~ 5.7.1699 Mnsl., ? 17.10.1699 Mnsl., 15 W.
NN. Willerding, + ca 1734, , Anna Adelheid Scherhorn, * ca 1703 Dalvers, (2) 25.10.1735
Herman Möllman, + 29.3.1762 Mnsl.
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-032.pdf
http://www.hermans.de/broermann/broermannnachfahren/broermannnachfahren0102.html
http://www.brouwertree.com/sonja11.html
- 27.8.1639 Grete, Witwe des Herman Willerding in Renslage, mit autoritate electi Curatoris Herman
Peselman cedirtedem, Johan Steinmersch und dessen Erben 25 Rth., welche Tebben Barlagen Wittib
Hille in Bauerschaft Halen schuldig ist.
Zeugen requisitus; Gert Polle und Dieterich Paalman.
Rep.958. Nr.3. S.33a. Quak. Hm. Meier Not.
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-021.pdf
- 15-3-1642, Jorrien Ruwe in Lechterke, pro se uxore Maria, lib et haer., bekannte, Herman Brörman und Trine, Eheleute, Kindern und Erben, 25 Rth. schuldig zu sein, die er vor 4
Jahren erhalten hat, jährlich auf Joannis Baptistae mit 1½ Rth. und 15 Pf. zu verzinsen, ¼
jahrliche Loese, sub Hypotheca omnium bonorum, praesentia et futura.
Testes; Gert Peselman und Gert Schnedeker, requisiti.
Rep.958. Nr.3. S.128. Hm. Meier Not.
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-010.pdf
De vader van Samuel kan Gert Peselman zijn maar de namen van de kleinkinder kunnen ook op Herman wijzen. Uit boven staande blijkt dat Gert Peselman en Herman Brörman met elkaar vertouwd waren. Gert wordt niet vermoemd!
- Mogelijk ouders van Samuel, Herman of Gert?
Herman Peselman, seine Frau Künneke Wilberdingk
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-004.pdf
1518/19, das Geldregister berichtet, das Huvetman, Nanninck, Boykeman, Hageman und
Vederlage, den Wagendienst mit je 2 groschen ablösen konnten, während die vreyen
Wagen von Willerding, Peselman und Ubbinck mit je 2 groschen bezahlt werden mussten.
St.A.O. Rep.123c. Nr.4.
1490, Brune tor Peselhorst, 8 Pferde, 4 Ochsen, 9 Kühe, 8 Rinder, 18 Schweine. (Rep.100.
Abschn.88. Nr.3. St.A.O.)
VE. Peselmann, ca 1300 Pezellynckhorst, 1490 tor Peselhorst, ab 1589 Peseman.
Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze
zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend)
Die Renslager Bauern bezeichnen noch heute die ganze Hofes anlage, "up de Pehst!"
Pehst ist eine mit Weidengebüsch ...standene Wiese oder Weide.
28.2.1667, Peselman frei, 1 Hptf. 1 Nebenf. 6.30.27.
Leibz. 1.
1789, neues Haus, Ofenhaus, Leibzucht.
1717/23 Herman Pehsman.
1512, Gert tor Peselhorst mit 1 Angeh.
1512, de olde tor Peselhorst.
1717, Peseman, 1 Kleinhaus 1 Leibzucht.
15.9.1749, Hermann Peselmann in Bauerschaft Renslage, Krsp. Badbergen, bekennt für sich,
Ehefrau Catharina Elisabeth Dobbelmann, Kinder und Erben, dem Hermann Nanning und
dessen Hausfrau Lücke Husslage in Peselmanns Leibzucht zu Renslage, 200 Rth. schuldig zu
sein, und dafür abgetreten habe alle die von seinen seligen Ehefrau Margaretha Husslage
Grossvatter Hinrich von Hahlen ihm angeerbten und bei Willerding zu Rentzlage
ausstehenden 200 Rth. übergeben habe. Des jetzigen Coloni Willerdings Vorfahren, Johann
Willerding geb. Vehslage, und Ehefrau Schwanken, Kindern und Erben haben am 25.9.1698
das Geld angeliehen.
----------------------------------------
1625, Coram Judice Leuningk.
Herman Peselman, seine Frau Künneke Wilberdingk und ihre Kinder, Berendt Herman und
Anneke, weiland Lamberten Brümmers Witwe, für sich, ihre Kinder, Lücke und Künneke
cauirent, wie auch Berend Wilberding in Renslage, erklären für sich und ihre Erben und
Anerben, geboren und ungeboren, alles aus dem Wilberdingks Erbe, was zuständig, erhalten
zu haben von weilanten Herman Wilberdingk und Lücke, Eheleute, wie auch non deren Sohn
Herman Wilberdingk und Frau Grete.
Rep.958. Nr.2. Quak. S.55a. Hermann Meier Notar.
1639, Herman Peselman, dass derselbe mitt feyentlichen Partheyen getrunken und selbige
contra mandatum der gepuehr nicht denuncyrt. 3 Thl.
Rep.450. F.53a. Nr.37. Amt Fürst.
---------------------------------------------
15.9.1749, Hermann Peselmann in Bauerschaft Renslage, Krsp. Badbergen, bekennt für sich,
Ehefrau Catharina Elisabeth Dobbelmann, Kinder und Erben, dem Hermann Nanning und
dessen Hausfrau Lücke Husslage in Peselmanns Leibzucht zu Renslage, 200 Rth. schuldig zu
sein, und dafür abgetreten habe alle die von seinen seligen Ehefrau Margaretha Husslage
Grossvatter Hinrich von Hahlen ihm angeerbten und bei Willerding zu Rentzlage
ausstehenden 200 Rth. übergeben habe. Des jetzigen Coloni Willerdings Vorfahren, Johann
Willerding geb. Vehslage, und Ehefrau Schwanken, Kindern und Erben haben am 25.9.1698
das Geld angeliehen.
1593, Peselman, ein Rindt ums 3 Jahr
Rep.450. F.53a. Nr.7. Amt Fürst.
1657, Peselman in Menslage, 1 Rth. Freirindgeld.
Rep.450. F.53a. Nr.51. Amt Fürst.
27.12.1805, Johann Dirck Grönloh wohnt in Col. Peselmanns Leibzucht in Renslage.
1601, Freien in Renslage, geben jeder ½ ggl. Dienstgeld;
Ubbingk, Willerdingk, Peselman.
Rep.123 (355) / b.145.
1625, Coram Judice Leuningk.
Herman Peselman, seine Frau Künneke Wilberdingk und ihre Kinder, Berendt Herman und
Anneke, weiland Lamberten Brümmers Witwe, für sich, ihre Kinder, Lücke und Künneke
cauirent, wie auch Berend Wilberding in Renslage, erklären für sich und ihre Erben und
Anerben, geboren und ungeboren, alles aus dem Wilberdingks Erbe, was zuständig, erhalten
zu haben von weilanten Herman Wilberdingk und Lücke, Eheleute, wie auch non deren Sohn
Herman Wilberdingk und Frau Grete.
Rep.958. Nr.2. Quak. S.55a. Hermann Meier Notar.
1525, wegen seligen Lampen Peselmans 14 Mark. (sicher Nachlass)?
FAVO Bronbewerking Collectie Pohlsander
1. 0 ARCH 18-9-2011 58 / 84
N-K. um 1300 Pezellynchhorst modo Brunen III den(arios) - (in Rensl)
St.A.O. Msc.179.
1599, Spieker von Peselman. (St.A.O. Abschn. 88, 16.)
1639, Herman Peselman, dass derselbe mitt feyentlichen Partheyen getrunken und selbige
contra mandatum der gepuehr nicht denuncyrt. 3 Thl.
Rep.450. F.53a. Nr.37. Amt Fürst.
B. Renslage 1625, die freien daselbst Ubbing, Willerdingk und Peselman, 1½ Spann, dienen
im Jahre 2 mal und geben Dienstgeld.
Qu; Landesherl. Spanndienst und Leibdienst 1625.
23.3.1502, vor dem Richter Floreke von Dumstorp in Osnabrück, gibt der Domonikar Johan
Hermelinck, zu Osnabrück, zur Stifftung einer Memorie für sich und seine Eltern, 8
Rheinische Goldgulden, jährliche Rente 7 .. Renten (gläubigern) zahlern dem Kapital und den
Vikaren des Silvesstiftes in Quakenbrück als Präsenzgelder für Anwesenheit in horis diurnis
et nocturnis beim Gottesdienst. Gerdt upn Orde zu Bdbg., Gert ton Backhus in Quak., Gerd
Peselhorst zu Mnsl., Bernt Wrochtman in Bdbg., Herman von Knehem, Roleff zu Byinck,
jeder schuldet 1 Gulden Rente.
Nr.326.
1717/1723 Hermann Pesemann in Renslage, Freimann
Monatschatz 5 Rth. 3 Sch. -- Pf.
Rauchschatz 3 Rth. 10 Sch. 6 Pf.
Herbstschatz -Rth. 15 Sch. 7½ Pf.
Landesh. ums 3te Jahr ein frei Rind.
Amt Fürst. 1 Huhn, 2 Dienste mit halben Gespann.
Pastor 28 Garben.
Richter ums 3te Jahr 1 Fuder Heu.
1722, das Vermessungsprotokoll von 1722 ist gezeichnet von;
Berend Nanning, Johann Huflage, Hermann Peselmann, Albert Dobbelmann und Johann
Hendrich Ellerkampf.
So geschehen auf dem Hochfürstlich Osnabrückischen Amptshause Fürstenau den 11. Nov.
1722.
1655, Erbe Peselman Bauerschaft Renslage, 4 Pferde, 2 Endter, 6 Kühe, 12 Rinder, 12
Schweine.
Noch, 1 Rind.
Leibzucht, 4 Kühe, 2 Rinder.
Viehsch. Reg. 1655. Dep.3b. I Fach 15. Nr.12. St.A.O.?
FAVO Bronbewerking Collectie Pohlsander
1. 0 ARCH 18-9-2011 59 / 84
1559/60, Geldregister, Peselman in Bauerschaft Renslage (unter Dienstgeld) werden
genannt frei; Ubbinck, Willerdinck und Peselman.
1644, Dienen 2 mahl im Jahr, sonst sollen die semptlichen Dienstpflichtigen Cloisterleute in
Anno 1590 in sedis vacantia ihren Wagendienst freygekaufft haben. Dienen mit 1 Wagen;
Frei; Huuvetman, Ubbing, Pesellman, Willerding.
Cloister Börstel; Nanning, Bockman, Hageman, Vehslage, Schechtman.
Rep. VI. Fürst. Nr.445.
6.3.1585, Peselman gab Freirind. (siehe Wehlborg)
VE.Peselmann in Renslage, jetzt Pesemann.
Meskornregister um 1300, Pezellynckhorst ist durch das Geldregister des Amtes Fürstenau
1518/19 als freigekaufft zu erkennen.
St.A.O. Rep.100. Abschn.88. Nr.75. II
Um 1300 Meskornregister zur unterhaltung der Kirche und des Pfarrers, gibt Pezellynckhorst
modo Brunen III denarios.
1518/19, das Geldregister berichtet, das Huvetman, Nanninck, Boykeman, Hageman und
Vederlage, den Wagendienst mit je 2 groschen ablösen konnten, während die vreyen
Wagen von Willerding, Peselman und Ubbinck mit je 2 groschen bezahlt werden mussten.
St.A.O. Rep.123c. Nr.4.
1490, Brune tor Peselhorst, 8 Pferde, 4 Ochsen, 9 Kühe, 8 Rinder, 18 Schweine. (Rep.100.
Abschn.88. Nr.3. St.A.O.)
VE. Peselmann, ca 1300 Pezellynckhorst, 1490 tor Peselhorst, ab 1589 Peseman.
Ein fremdes Ackerstück Peselhorst genannt ... in die Ländereien hinein, sie ist die Grenze
zwischen Renslage und Kettenkamp. (schon vor 1717 nicht zum Hofe gehörend)
Die Renslager Bauern bezeichnen noch heute die ganze Hofes anlage, "up de Pehst!"
Pehst ist eine mit Weidengebüsch ...standene Wiese oder Weide.
28.2.1667, Peselman frei, 1 Hptf. 1 Nebenf. 6.30.27.
Leibz. 1.
1789, neues Haus, Ofenhaus, Leibzucht.
1717/23 Herman Pehsman.
1512, Gert tor Peselhorst mit 1 Angeh.
1512, de olde tor Peselhorst.
1717, Peseman, 1 Kleinhaus 1 Leibzucht.
Pesemann.?
FAVO Bronbewerking Collectie Pohlsander
1. 0 ARCH 18-9-2011 60 / 84
Als Freibauer hatte er um das 3te Jahr an den Landesherrn ein Freirind zu liefern.
Die wiederholten Einfälle von Kriegshorden, besonders während des SpanischHolländischen Krieges, der ab 1584 tobte, druckten neue Dienstforderungen durch den
Landesherren auf. 1585 wurde bestimmt, dass Ubbing ein Gespann stellen sollte, während
Willerding und Pesemann mit je einem Pferd und wechselnden Wagen für den Dienst
zusammenspannen sollten. Die betreffenden Freibauern liessen genau festlegen, dass ihre
verpflichtungen niemals höher werden dürften, da sie auch niemals zuvor höher waren, die
vereinbarung lautet;
Nicht vakener jeden wagenn Denst in jaer to donende verhofft dann twe maill, eyns by
grase unde eyns by stroe bynnen Ambts, unde weimer se de Denste geleistet, och nymals
hoger beswerett sein, wie wy sie Menslagische fryenn vorg. och nymals hoger besweret
haben.
4.3.1682, Meinert Peseman ist Mitglied der Hode des Domkapitels.
Lübbert Peselmann, ? ca 1532, sel. Lübbert Peselamnns Nachl. gedinget für 4 gfl., , NN,
Kind.;/ Anne, 1529 Lübbert Peselman dinget seine Tochter Anne Auffahrt in das Kolde Erbe
für 4 gfl., , NN Kolde, Col.
Hermann Peselmann, vor 1605, Künneke Wilberding, * Renslage, dr.v. Hermann
Wilberding , Col. en Lücke NN, Kind.;/ Berend./ Hermann./ Anneke, vor 1624, Lambert
Brümmer.
Berend Peselmann, ? ca 1624, , Lücke Schlechtlage, ? vor 1624, Kind.;/ Filius NN, , NN.
NN Peselmann, zn.v. Berend Peselmann en Lücke Schlechtlage, , NN, Kind.;/ Berend./
Gerd./ Johann./ Töbe./ Lücke./ Anna.
Hermann Pesemann, , Tholke Kinhus, Kind.;/ Ricke, ? 14.4.1705 Mnsl., 80 J., 1655
Mnsl., Rembert Hagemann./ NN, ? 27.1.1701 Mnsl., 65 J.
Hermann Pesemann, , Anke Overbeck, Kind.;/ Lücke, ? 21.3.1708 Mnsl., 40 J., 1688
Mnsl., Johann Hacker.
Hermann Pesemann, ? ca 1672, ca 1655, Tolke Schechtmann, ? 27.6.1708 Mnsl., 36 J,
vidua, dr.v. Lampe Schechtmann en Debe Mölmann.
Gerdt Pesemann, , Hilke Overbeke, KInd.;/ Anna, ? 3.4.1702 Mnsl., 44 J., ca 1688 Arend
zur Horst.
FAVO Bronbewerking Collectie Pohlsander
1. 0 ARCH 18-9-2011 61 / 84
Meinhard Euslage s. Pesemann, , Tolke Pesemann, Kind.;/ Debe, ? 2.9.1708 Mnsl., 25 J./
Johann Henrich, ? 11.5.1694 Mnsl., 6½ J./ Anna Adelheit, ~ 9.10.1695 Mnsl., ? 26.4.1700
Mnsl./ Johann Hinrich, ~ 25.1.1698 Mnsl., ? 27.8.1710 Mnsl., 13 J./ Schwanke, ~ 27.12.1706
Mnsl., ? 30.1.1709 Mnsl., 2 J.
Hermann Pesemann, , Elsche Willerding, Kind.;/ Catharina Elsabein, ~ 23.3.1696 Mnsl., ?
26.5.1771 Mnsl., 75 J., 8.5.1731 Mnsl., Johann Böckmann.
Hermann Euslage s. Pesemann, * ca 1691, ? ca 1752 Renslage, (1), Anna Margaretha
Huflage, ? ca 1725, Kind.;/ Helena Adelheit, ~ 19.12.1714 Mnsl., ? 14.4.1744 Mnsl., ,
Hermann Kienhaus, Col.
Hermann Euslage s. Pesemann, * ca 1691, ? ca 1752 Renslage, (2) Catharina Elsabein
Dobbelmann, * Renslage, ~ 12.6.1702 Mnsl., dr.v. Albert Dobbelmann en Maria Wachhorst.
Johann Gerd Pesemann, ~ 14.4.1702, ? ca 1738, ca 1736, Anna Elsabein Thie, ~ 11.3.1708
Mnsl., ? 27.2.1767, 58 J., ? 2.3.1767 Mnsl., dr.v. Johann Gerd Thye en Anna Bulthoff, aus
dieser Ehe 2 Söhne vor 1767.
Johann Berend Pesemann, , Anna Adelheid Leibzucht, * 16.3.1790 Nortrup, ~ 22.3.1790
Bippen, dr.v. Johann Henrick Fissmann s. Leibzucht en Anna Elisabeth Kotmann, Kind.;/
Margaretha Adelheid, * 24.4.1822 Renslage, 11.7.1847 Bdbg., Johann Jürgen Wessel
Schwiethard Middendorf, Col.
NN Geidemann s. Pesemann, , NN, Kind.;/ Margaretha Lucia Elsabein, * 12.4.1825
Renslage, ? Bippen, 26.1.1848 Bippen, Johann Hermann Eberhard Ostendorf.
Christian Pesel, malit. desertor, , Maria Withaus, Kind.;/ Lucretia Adelheid, ~ 5.10.1695
Quak.
- 12.8.1644, vormittags zwischen 8 und 9 Schlagen, vor mir Notario erschien Töbeke
Oldenhagen, sel. Johan Roessmans hinterlassene Witwe, mit erbetener Vormünder Gerten
Peselman zu Quakenbrück, und bekannte alles an Kintlicher Aussteuer aus dem Elterlichen
Oldenhagen Kotten zu Mimmelage, auch die restirende 11 Rth., erhalten zu haben von
ihrem Vetter Berenten Oldenhagen und Töben, Eheleuten, als Besitzers des Elterlichen
Kottens.
Rep.958. Nr.3. Quak. S.220. Hm. Meier Not.
http://arch.vortmes.nl/documents/copo-009.pdf
- Commissie Genealogie, Aalsmeerse Stambomen, Stichting 'oud
Aalsmeer, 1985 Vol. V. p. 421.
|