De naam
De naam Aalsmeer is waarschijnlijk afgeleid van Alsmar, dat ‘palingmeer’ betekent. Maar ook Aelsmer dat ‘allesmeer’ zou betekenen en els-er dat ?drassig land met elzen? betekent, behoren tot de mogelijkheden. De meeste Aalsmeerders gaan uit van ‘palingmeer’. Ook nu nog wordt in Aalsmeer (in de Westeinderplassen) op paling gevist (peuren); de vangst is wel minder dan enkele decennia terug.
In 1816 werd het wapen van Aalsmeer vastgesteld. Het is de afbeelding van een (Hollandse) leeuw met een paling in zijn voorpoten. Soms werd/wordt bij het wapen ook de spreuk: Retine quod habes (behoudt wat u heeft) gevoerd. De naam van de korenmolen De Leeuw (1863) in Aalsmeer is vermoedelijk van de leeuw in het wapen afgeleid.
Geschiedenis
Aalsmeer wordt voor het erst genoemd in 1133 als ‘Alsmar’. Deze naam komt voor in een oorkonde waarbij land geschonken wordt aan de abdij van Rijnsburg, een adellijk nonnenklooster. In een akte van Diederik VII van Kleef wordt deze schenking in 1199 nog eens bevestigd. Het gebied Alsmar was toen een wildernis van lage elzen- en wilgenbossen. In de omgeving werd veel turf gestoken, waardoor er grote meren en plassen ontstonden. Aalsmeer?was in die tijd geori?nteerd op Haarlem, het behoorde tot Kennemerland. De grens met Amstelland werd gevormd door de Legmeerdijk (thans grens met Amstelveen).
Vervening
De bewoners van Aalsmeer zagen de hele omgeving verdwijnen door de vervening, het afgraven en wegbaggeren van
veengrond om turf te winnen. Zo ontstonden de Oosteinderpoel, Schinkelpoel, Stommeer, Hornmeer, Legmeer en de Westeinderplassen. Ook de Haarlemmermeer werd mede als gevolg van vervening steeds groter.
Er bleef weinig landbouwgrond over, zodat veel inwoners in de 15e eeuw op visserij overschakelden. Het beetje grond dat over was, werd steeds intensiever bewerkt. De schaarse grond werd vooral gebruikt voor boomteelt. De tuinders
konden ook goed verdienen aan het vormknippen van bomen en struiken op de buitens van rijke kooplui. Deze tijd was ook het begin van de aardbeienteelt.
Drooglegging
Het grondgebrek dat door vervening was ontstaan werd bestreden door de veenplassen droog te pompen. Hiermee werd in de 17e eeuw begonnen. Eerst werd de Stommeer drooggemaakt (1650) en daarna de Hornmeer (1674). Straatnamen herinneren ook vandaag de dag nog naar deze meren; zo kent Aalsmeer de Stommeerweg en Stommeerkade. De Hornmeer
is een wijk in Aalsmeer.
Twee van de windmolens waarmee de plassen werden drooggemalen bestaan nog steeds. Dit zijn de Stommeermolen (1742) en De Zwarte Ruiter (1778) bij de Schinkelpolder.
Van vis naar aardbei
In 1852 werd de aan Aalsmeer grenzende Haarlemmermeer drooggelegd. Daarna volgen de droogleggingen van de ?Schinkelpoel, de Oosteinderpoel en de Legmeer. De visserij werd minder (alleen nog mogelijk op de Westeinder) en het vervenen hield op, de inwoners gingen meer bomen, planten en fruit verbouwen. Tussen 1850 en 1885 beleefdede aardbeienteelt zijn hoogtepunt. De aardbei werd het symbool voor de vlag van Aalsmeer: rood, groen, zwart (vrucht, blad, aarde). Aalsmeer kent ook een ‘Aardbeienbrug’, te vinden aan de Uiterweg.
Tekst overgenomen van o.a?www.wikiwand.com/nl/Aalsmeer
LINKS
Onder Kaart 1868